Behandeling van tandvleesaandoeningen

Het belangrijkste doel van de behandeling is het onder controle houden van de infectie. Het aantal en de soorten behandelingen zullen variëren, afhankelijk van de omvang van de tandvleesaandoening. Elke vorm van behandeling vereist dat de patiënt thuis goede dagelijkse zorg blijft verlenen. De arts kan ook voorstellen om bepaald gedrag te veranderen, zoals stoppen met roken, als een manier om de behandelresultaten te verbeteren.

Behandeling van tandvleesaandoeningen

Diepgaande reiniging (schalen en wortelschaven)

De tandarts, parodontoloog of mondhygiënist verwijdert de tandplak via een dieptereinigingsmethode, genaamd scaling en rootplaning. Scaling betekent het afschrapen van het tandsteen van boven en onder de tandvleesrand. Met wortelschaven worden ruwe plekken op de tandwortel verwijderd waar de ziektekiemen zich verzamelen, en worden bacteriën verwijderd die bijdragen aan de ziekte. In sommige gevallen kan een laser worden gebruikt om tandplak en tandsteen te verwijderen. Deze procedure kan resulteren in minder bloedingen, zwellingen en ongemak in vergelijking met traditionele dieptereinigingsmethoden.

Medicijnen

Medicijnen kunnen worden gebruikt bij een behandeling die scaling en wortelplanning omvat, maar ze kunnen niet altijd in de plaats komen van een operatie. Afhankelijk van hoe ver de ziekte is gevorderd, kan de tandarts of parodontoloog alsnog een chirurgische behandeling voorstellen.

Chirurgische behandelingen:

  • Flapoperatie. Een operatie kan nodig zijn als er ontstekingen en diepe zakken achterblijven na een behandeling met dieptereiniging en medicijnen. Een tandarts of parodontoloog kan een flapoperatie uitvoeren om tandsteenafzettingen in diepe zakken te verwijderen of om de parodontale pocket te verkleinen, zodat de patiënt en de tandarts het gebied gemakkelijker schoon kunnen houden. Deze veel voorkomende operatie omvat het optillen van het tandvlees en het verwijderen van het tandsteen. Het tandvlees wordt vervolgens weer op zijn plaats gehecht, zodat het weefsel weer goed om de tand past. Na de operatie zal het tandvlees genezen en strakker om de tand sluiten. Dit heeft soms tot gevolg dat de tanden langer lijken.
  • Bot- en weefseltransplantaties. Naast flapoperaties kan uw parodontoloog of tandarts procedures voorstellen om bot- of tandvleesweefsel dat verloren is gegaan door parodontitis te helpen regenereren. Bottransplantatie, waarbij natuurlijk of synthetisch bot wordt geplaatst op het gebied van botverlies, kan de botgroei helpen bevorderen. Een techniek die bij bottransplantatie kan worden gebruikt, wordt geleide weefselregeneratie genoemd. Bij deze procedure wordt een klein stukje gaasachtig materiaal tussen het bot en het tandvlees ingebracht. Dit voorkomt dat het tandvleesweefsel ingroeit in het gebied waar het bot zou moeten zijn, waardoor het bot- en bindweefsel opnieuw kunnen groeien. Er kunnen ook groeifactoren worden gebruikt, eiwitten die ervoor kunnen zorgen dat uw lichaam op natuurlijke wijze bot terug laat groeien. In gevallen waarin tandvleesweefsel verloren is gegaan, kan uw tandarts of parodontoloog een transplantatie van zacht weefsel voorstellen, waarbij synthetisch materiaal of weefsel uit een ander deel van uw mond wordt gebruikt om blootliggende tandwortels te bedekken.